Wat is ketose? 

Ketose is een metabolische staat waarbij het aantal ketonen in het bloed een bepaalde hoeveelheid hebben bereikt. De lichaamsvetten worden afgebroken om het lichaam van energie te voorzien voor de basisfuncties. Ketose heeft verschillende voordelen. Het grootste voordeel is dat het lichaam vetten gebruikt als brandstof en geen glucose.

Hoe werkt ketose?
Ketose wordt voor het grootste gedeelte bepaald door de hormonen en het bloedsuikergehalte. De hormonen die het bepalen zijn insuline en glucagon. De alvleesklier maakt insuline aan als er te veel glucose in het bloed is. De insuline zorgt ervoor dat het bloedsuikergehalte niet te hoog wordt door de glucose in de cellen te laten. Zonder insuline kan er glucose de cellen niet bereiken. Het bloedsuikergehalte blijft dan op een hoog niveau wat niet goed is voor het lichaam.

Glucagon is een hormoon dat in feite het tegenovergestelde doet van insuline. Dit hormoon wordt ook door de alvleesklier aangemaakt. Glucagon wordt aangemaakt als insuline een laag niveau bereikt. Dit gebeurt als er niet voldoende koolhydraten gegeten worden. De glucagon wordt vervolgens geproduceerd om de opgeslagen glycogeen uit de lever en spieren te halen en dit om te zetten naar glucose. Als deze voorraden glycogeen echter op raken dan gaat het lichaam over naar een andere metabolische staat. Dit is ketose. Het lichaam begint dan met het afbreken van de lichaamsvetten naar energie. De lichaamsvetten worden afgebroken tot ketonen.

Wat zijn ketonen?
Ketonen worden in de lever aangemaakt door de citroenzuurcyclus. Als er geen glucose uit voeding het lichaam betreedt dan gaat het lichaam over tot het afbreken van de glycogeenvoorraden. Het hormoon glucagon wordt aangemaakt om de glycogeen uit de cellen te halen. Als het lichaam geen glycogeen heeft om af te breken dan wordt er toch glucagon aangemaakt. Dit hormoon breekt de lichaamsweefsels af voor energie. Als er geen voorraden glycogeen zijn dan gaat het over op de lichaamsvetten. De vetten worden afgebroken tot ketonen. Als de vetten in de lever bewerkt worden tot energie dan worden ze omgezet naar aceton, acetoacetaat, en beta-hydroxyboterzuur. Dit zijn ketonen.